Minister wijzigt Wlz niet

Uitdelen medicijnen

Het onderscheid tussen de financiering van cliƫnten met verblijf met en zonder behandeling blijft bestaan. Zo heeft minister Hugo de Jonge van VWS laten weten in een brief aan de Tweede Kamer. Hij neemt het advies van het Zorginstituut niet over om alle behandelingen inclusief de farmaceutische zorg binnen de Wlz (Wet langdurige zorg) te laten vallen.

De reacties op het advies waren zeer verdeeld. Zo bleek bij beroepsgroepen, individuele zorgaanbieders en de Tweede Kamer, maar ook uit bestuurlijke consultaties van het Zorginstituut en de NZa. Daarom heeft de minister besloten het advies niet over te nemen. De belangrijkste redenen zijn: 

  • Risico op verslechtering van de toegankelijkheid van de artsenfunctie in de Wlz
  • Mogelijke inperking van de keuzevrijheid voor cliënten
  • Onduidelijkheid over de doelmatigheid van de behandelfunctie in de Wlz

Hoe nu verder?

Uit het advies van het Zorginstituut en uitvoeringstoetsen van de NZa blijkt dat een vervolgtraject noodzakelijk is. De minister informeert de Tweede Kamer voor de zomer over de aanpak. In het vervolgtraject wil hij vooral kijken naar de algemene medische zorg voor Wlz-cliënten. Hij wil een dialoog over de positionering van behandeling voor Wlz-cliënten beter hanteerbaar maken door de artsenfunctie, paramedische zorg, farmaceutische zorg, hulpmiddelen en tandheelkundige zorg aan Wlz-cliënten apart te bekijken. Het vervolgtraject moet de zorg vooral overzichtelijker maken voor cliënten, zorgaanbieders en Zvw-behandelaars en pakketverschillen wegnemen. Daarbij is het waarborgen van de toegankelijkheid, beschikbaarheid en organisatie van de artsenfunctie voor Wlz-cliënten de eerste prioriteit.

Gevolgen voor de GGZ

In februari 2019 heeft de Tweede Kamer ermee ingestemd om cliënten met een langdurige psychische stoornis toegang te geven tot de Wlz. Door het besluit van de minister om niet voor alle Wlz-cliënten alle behandelingen ten laste te laten komen van de Wlz, zal er in de GGZ ook onderscheid zijn tussen verblijf met en zonder behandeling. Door opname van cliënten met een langdurige psychische stoornis in de Wlz, is de instelling verantwoordelijk voor de organisatie en bekostiging van de geneeskundige zorg die klinisch psychologen en psychiaters verlenen. Vooral bij aanbieders van beschermd woonvormen zijn uitvoeringsproblemen te verwachten. Daarom heeft het ministerie met de brancheorganisaties (GGZ-Nederland, Federatie Opvang en RIBW-alliantie) en MIND een werkgroep opgericht om samen praktische oplossingen te bedenken. 

Deel dit artikel