Nieuwe verdeling persoonlijke beschermingsmiddelen

Verzorgende helpt patient_web

Er zijn te weinig persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Dat vereist een zorgvuldige en zo eerlijk mogelijke verdeling over de verschillende zorgsectoren. Daarvoor heeft de Rijksoverheid nu een nieuwe methodiek ontwikkeld die regelmatig wordt bijgesteld.

  • De verdeling gebeurt per regio om zo goed mogelijk aan te sluiten op de behoeften die regionaal erg verschillen. 
  • Nederland is verdeeld in 12 zogenaamde ROAZ-regio’s: Regionaal Overleg Acute Zorg, inclusief Caraïbisch Nederland.
  • Dagelijks wordt in kaart gebracht:
    1. Wat is de beschikbare voorraad aan persoonlijke beschermingsmiddelen?
    2. Aan welke persoonlijke beschermingsmiddelen is behoefte en hoe groot is die behoefte precies? Wanneer zijn ze echt nodig en wanneer niet? Zijn ademhalingsmaskers (FPP2) nodig of zijn chirurgische mondneusmaskers voldoende? Dit wordt uitgelegd in de factsheet ‘Wanneer is welk mondmasker nodig?’.
    3. Welke persoonlijke beschermingsmiddelen zijn nodig in de verschillende zorgsectoren? Waar ligt de hoogste prioriteit? Hoe is de situatie per zorgsector? Per instelling? En hoeveel COVID-19-patiënten zijn er?
    4. Voor elke regio en voor Nederland als geheel wordt de behoefte gematcht met de beschikbare voorraad aan persoonlijke beschermingsmiddelen. Dit leidt tot een regionale toedeling per dag.
  • De regio’s wijzen de persoonlijke beschermingsmiddelen toe aan sectoren en instellingen op basis van de regionale toedeling.
  • Het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) zorgt ervoor dat de regio’s zoveel mogelijk naar behoefte worden bevoorraad, rekeninghoudend met het nog schaarse aanbod van PBM.

Kijk voor meer informatie op rijksoverheid.nl/coronavirus of bel 0800-1351.

Deel dit artikel